U bent hier

24/04/2008

De beelden en geluiden van het geweld in Kenia, de aantijgingen van diverse fronten van verkiezingsfraude en de inheemse vluchtelingen hebben de afgelopen weken wereldwijd de ronde gedaan. Het effect van dit alles wordt nu gevoeld door alle geledingen van de Keniase samenleving en ieder heeft zijn mening over de oorzaken en de oplossingen. Een korte stand van zaken van één van onze medewerkers ter plekke.

Ik werk voor KMTC – Kenya Medical Training College – een instituut met een dertigtal verschillende scholen die paramedische opleidingen verzorgen, verspreid over het hele land. Onze thuisbasis is de SNACC (“Skillslab National Coordination Centre”) op het terrein van MTC Nairobi. KMTC zou officieel weer openen na de kerstvakantie, op 7 januari, maar na overleg met alle schoolhoofden op 24 januari is de hervatting van de lessen in alle scholen nu voor onbepaalde tijd uitgesteld. Belangrijkste reden is dat de veiligheid van de studenten in de scholen in sommige delen van het land niet gegarandeerd kon worden. Daar alle studenten in dezelfde opleiding hetzelfde curriculum volgen, vonden de schoolhoofden het niet opportuun om in sommige scholen wel en in andere niet te openen.

KMTC kent qua studenten een etnisch zeer gemengde populatie in vrijwel alle scholen daar de aanwerving en toewijzing van studenten grotendeels centraal verloopt. Ook het lerarenkorps is behoorlijk gemengd. Veel van de leraren, behalve die in zeer gespannen gebieden, zijn wel in en om de school aanwezig, en houden zich bezig – net als wij - met al die klusjes die al weken-maanden of zelfs jaren zijn blijven liggen (nog nooit waren de examens van december zo snel nagekeken!). Ook wij ronden een aantal documenten af (leermaterialen, curricula, jaarverslagen, planningen voor de SNACC na het einde van dit projectjaar etc), allerlei computers worden gerepareerd, geïnstalleerd etc. Daarnaast zijn we met een aantal niet student / leraar-gebonden activiteiten begonnen waar we anders pas later in het jaar tijd voor zouden vrijmaken. Ook ziet het hier de laatste weken heel opgeruimd uit! Kortom, als er – zoals wij allen hopen - binnenkort een weg voorwaarts wordt gevonden en we weer volop met trainingen van studenten en leraren aan de slag moeten, dan kunnen we dat doen zonder al dat achterstallig onderhoud!

Behalve de staf die nog officieel vakantie heeft, is iedereen hier ook dagelijks aanwezig. In de eerste dagen erg part-time maar langzaamaan daagt iedereen weer van 9 tot 5 op, hoewel sommige stafleden vanwege de spanning vaak eerder huiswaarts vertrekt. Voor de belangstellenden – we hebben een zeer gemeleerde office met 2 Nederlanders en 9 Kenianen. De Nederlanders hebben hun jeugd beiden deels in dezelfde stad doorgebracht, de Kenianen zijn Luhya, Kalenjin, Kikuyu, Kamba, Taita en Luo en in ons kantoor is naar mijn allerbeste inzicht vooral sprake van de paar interpersoonlijke irritaties die er toch al waren en zeker niet van enige “etnische” verandering in vergelijking met de situatie van voor de verkiezingen. Het scheelt natuurlijk dat we een kleine groep zijn.

Er is in de eerste vergadering ook wel te berde gebracht dat als iemand zich vervelend voelt over iets in relatie tot de etnische spanning die is gecreëerd dat we daar dan open over hopen te praten. Dat het onderling goed gaat, is één ding. Maar het is wel duidelijk dat iedereen zich veel meer bewust is van zijn of haar etnische achtergrond dan twee maanden geleden. Men maakt zich zorgen over veiligheid, en sommigen overwegen hun kinderen naar een andere school (in een meer etnisch gelijke omgeving te brengen, of zelfs naar “up-country”). Men maakt zich zorgen over reizen, over het zich begeven in bepaalde residentiële gebieden in Nairobi die als gedomineerd door een bepaalde groep bekend staan etc. De staf van het SNACC zelf heeft geen directe persoonlijke ongelukken meegemaakt, wel hebben vrienden en familieleden geleden onder het geweld en sommige stafleden hebben wel erg gespannen dagen doorgemaakt. Ook onder de rest van de stafleden van KMTC (ongeveer 600 onderwijzers en het dubbele in ondersteunende staff) zijn veel mensen die ellende hebben meegemaakt maar we hebben geen weet van mensen die overleden zijn door het geweld.

In algemene termen heerst er in Nairobi momenteel een bedrieglijke rust. Mensen zijn erg in afwachting van het verloop van de onderhandelingen onder leiding van Kofi Annan. De roep om vrede is groot en de politici beginnen ook het land in te gaan om vrede te prediken. Bovendien lijkt het momentum van de verkiezingsuitslag die de directe aanleiding was voor de gewelddadigheden, stilaan wat weg te ebben. Naar wat ik hoor en “proef” hoopt iedereen dat “de hoge dames en heren” allen enigszins hun trots kunnen laten vieren. Het komen tot een akkoord is belangrijker dan het dieper ingraven in hun politieke stellingen.

Iedereen lijkt grotendeels tevreden over het verloop van de bemiddeling en tevens over de gekozen insteek: (1) stop het geweld (2) verkondig de vrede en help de ontheemden (3) oplossing voor de politieke patstelling en aanpassingen van de (grond)wet en instituties om te voorkomen dat dit ooit weer gebeurt (4) aanpak voor de ongelijke verdeling van welvaart in Kenia en (5) regulering van landrechten en landgebruik. De laatste twee zijn belangrijk omdat er heel veel onderliggende onvrede is, direct gerelateerd aan de ongelijke verdeling van welvaart en landbezit. Dan heb je maar een vonk nodig zoals de verkiezingsfraude om deze broze situatie te doen ontvlammen.

In het persoonlijk leven gaan veel gewone dingen door in Nairobi. Alle scholen van het basisonderwijs en het secundair onderwijs zijn open. De kinderen gaan naar school, de winkels zijn open (en alles is verkrijgbaar) evenals de benzinestations. Benzine wordt wel altijd maar duurder. Elektriciteits-, water- en telefoonrekeningen moeten betaald worden en de post komt (meestal) aan. Files zijn ook weer deel van het dagelijkse straatbeeld en de matatu’s (publieke minibusjes) rijden weer net zo crimineel onvoorzichtig als voorheen.
Wel is het duidelijk dat de stemming gedrukt is; bij alle supermarkten staan inzamelingsboxen (die keer op keer vol zijn) voor het rode kruis en op de radio wordt om de tien minuten wel een roep om vrede uitgezonden, de eerste songs rond dat thema zijn trouwens ook al te beluisteren. De situatie in Nairobi is waarschijnlijk niet representatief voor het hele land, met name in het westen geven alle berichten aan dat de spanning nog heel hoog is. Grote financiële inzamelingsacties zijn vanuit andere organisaties op gang gekomen, en het is indrukwekkend om te horen hoeveel er continue vanuit Kenia zelf gedoneerd wordt. En dit is de andere, goede kant van het verhaal van geweld en onderlinge strijd: heel veel Kenianen zetten zich onvermoeibaar in om anderen te helpen.

Marianne Darwinkel
VVOB Project Advisor Skillslab Expansion Project
Nairobi, Kenia