U bent hier

15/12/2016

Eind september bracht een onderwijsdelegatie uit de Democratische Republiek Congo een studiebezoek aan Vlaanderen. VVOB begeleidde de inspecteur-generaal van het Congolees basis- en secundair onderwijs Michel Djamba en zijn adjunct Pacôme Bwalankay op visites aan scholen, de Vlaamse onderwijsinspectie en pedagogische begeleidingsdiensten. “We keerden terug naar Congo met een frisse blik en een aantal nieuwe ideeën waarmee we concreet aan de slag kunnen om ons eigen systeem te verbeteren,” klinkt het achteraf aan Congolese zijde.

Vlaamse vs. Congolese onderwijsinspectie

De leerweek van de Congolese delegatie kende een boeiende start bij hun collega’s op de Koning Albert II-laan. Inspecteur-generaal Michel Djamba en zijn adjunct Pacôme Bwalankay brachten samen met twee lokale VVOB-medewerkers, Joseph Disengomoka en Robert Lolekonda, en VVOB-programmaverantwoordelijke voor Congo Paul Bottelberge, een dag door bij de Vlaamse onderwijsinspectie.

Deze eerste diepgaande uitwisseling legde al meteen de twee grootste verschillen bloot tussen het Vlaams systeem en het Congolees systeem. Zo genieten Vlaamse scholen veel vrijheid, terwijl scholen in Congo sterk aangestuurd worden door de overheid.

Ten tweede ziet de werkweek van de Vlaamse onderwijsinspecteur er anders uit dan die van zijn Congolese collega. “In Vlaanderen staat de onderwijsinspectie naast de pedagogische begeleidingsdiensten ter ondersteuning van het schoolsysteem. De onderwijsinspecteur controleert; de pedagogisch begeleider ondersteunt en geeft vormingen. In Congo is er alleen een onderwijsinspecteur,” legt Michel Djamba uit. Hij gaat verder: “De Congolese onderwijsinspecteur vervult drie rollen: die van schoolinspecteur voor het Ministerie, die van evaluator van de leerlingen via het organiseren van nationale examens, en die van opleider en coach van schoolleiders en leerkrachten. Dat is zwaar, dus een verdeling van taken is in theorie een goed idee. Maar dan moeten de begeleidingsdiensten en de onderwijsinspectie dezelfde taal spreken om verwarring bij de scholen te vermijden, en die gemeenschappelijke taal lijkt te ontbreken in Vlaanderen.”

Professionele leernetwerken

De Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten (OVSG), Katholiek Onderwijs Vlaanderen (KOV) en het Vlaamse Gemeenschapsonderwijs (GO!) lichtten elk op hun beurt ook hun visie en werkwijze toe aan de Congolese bezoekers in Brussel.

KOV en GO! legden onder meer uit hoe ze professionele leernetwerken organiseren voor leerkrachten uit hun scholen. Hier spitsten de VVOB-medewerkers hun oren: “VVOB gaat in het volgend meerjarenprogramma voor Congo stevig inzetten op zulke netwerken voor leerkrachten en schoolleiders. Zowel Katholiek Onderwijs Vlaanderen als het GO! gaven aan dat ze bereid zijn ons te helpen met die plannen,” vertelt Robert Lolekonda.

Op sleeptouw met pedagogisch begeleiders

Hoe een doorsnee werkdag van een pedagogisch begeleider eruitziet, kan men het best ervaren in de praktijk. Daarom namen verschillende begeleiders de delegatie mee op sleeptouw op schoolbezoeken. Congo zet uitdrukkelijk in op landbouwscholen, en VVOB helpt het ministerie van Onderwijs bij het versterken van die scholen en om de overgang van school naar werk voor jongeren te vergemakkelijken. Uit het ruime schoolaanbod dat Vlaanderen te bieden heeft, werd dus gekozen voor technische scholen met landbouwrichtingen.

Zo schaduwde de Congolese delegatie twee pedagogisch begeleiders van de OVSG op een bezoek aan de Tuinbouwschool in Merchtem. Joseph Disengomoka herinnert zich in het bijzonder hoe de leerlingen betrokken worden bij activiteiten die ondernemerschap kunnen stimuleren: “Maar om jonge leerlingen nog even te vrijwaren van het financiële aspect, nemen ze niet deel aan verkoop of winstbejag. Alles wat geproduceerd wordt, kadert in hun pedagogisch project.”

’s Anderendaags trok de delegatie met een pedagogisch begeleider van het KOV richting Eeklo, waar het bruisende College Onze-Lieve-Vrouw-ten-Doorn een schoolhoeve en serres onderhoudt met zijn leerlingen, naast tal van andere kleine ondernemingen. De Congolese inspecteur-generaal ontmoette op de rondleiding zijn Vlaamse tegenhanger, inspecteur-generaal Lieven Viaene. Ook Koen Loete, burgemeester van Eeklo, schoof aan voor de uitgebreide middaglunch die werd klaargemaakt door de leerlingen van de opleiding Grootkeuken.

In Congo zijn scholen veel minder goed bevoorraad, maar, zo merkte de delegatie op, scholenbanden kunnen dat deels opvangen. Zo heeft O.-L.-V.-ten-Doorn een scholenband met een Congolese landbouwschool in Kisantu en heeft het College al heel wat schoolmateriaal uitgezocht om op te sturen. Leerkrachten Vick (aardrijkskunde) en Dirk (praktijk) brachten al een bezoek aan hun scholenbandschool in Congo en stonden na terugkeer geïnspireerd voor eigen klas. “Hopelijk blijft die samenwerking groeien,” zegt Katleen Immesoete, directeur bso-tso.

Met het GO! trok de Congolese delegatie naar de landbouwschool KTA Horteco in Vilvoorde, waar de deelnemers tijdens een uitgebreide rondleiding uitwisselden over het belang van ondernemerschap en duurzaamheid in de lessen. “Deze school is een veelzijdig bedrijf in miniatuurversie,” complimenteerde Pacôme Bwalankay de schooldirecteur. “Een waardevolle en indrukwekkende ontdekking.”

De grootste lessen die terug naar Congo gingen