Ik ben nu juist één week terug van mijn buitenlandse stage, maar met mijn gedachten zit ik nog steeds in het verre Suriname. Ik ben daar met een krop in de keel moeten vertrekken en hoop in de toekomst zeker nog een keertje terug te kunnen gaan. Voor mij had dit zo veel langer mogen duren dan drie maanden…
Mijn stage-opdracht in het buitenland bestond uit twee delen: enerzijds gaf ik, als leerkracht in spe, tien lessen per week in een LBO-school, wat overeenkomt met het Belgisch secundair beroepsonderwijs. Daarnaast voerde ik voor VVOB een onderzoek rond de leerlingenkenmerken en spijbelproblematiek in het Lager Beroepsonderwijs (LBO) in het district Nickerie.
Ik kijk heel tevreden terug naar mijn lesgeefstage op mijn stageschool LBO Ramjanee. Hier gaf ik tien lesuren Nederlands per week, gespreid over drie dagen. Sofie, mijn medestudente en ik, werden op LBO Ramjanee heel enthousiast onthaald en voelden ons hier meer dan welkom. Daarnaast had ik een bijzonder goede vakmentor aan wie ik erg veel steun en begeleiding heb gehad. Maar uiteraard hebben ook de leerlingen zelf toch wel een beetje mijn hart gestolen. Ik voelde me bijzonder gewaardeerd voor wat ik hier deed en ik kreeg hier dan ook veel voor terug. Ik heb nooit eerder in mijn opleiding voor zulke lieve, aangename en rustige klassen gestaan. Met bijzonder veel plezier gaf ik les in Nickerie!
Naast de drie dagen lesgeven, waren er ook twee dagen per week uitgerekend om te werken aan ons onderzoek voor VVOB. Na eerst literatuuronderzoek te hebben gedaan rond leerlingenkenmerken en spijbelgedrag bij beroepsleerlingen, konden we echt zelf aan de slag. Hiervoor konden we rekenen op een prima samenwerking met LBO Ramjanee en STS Nickerie. Op beide scholen namen we enquêtes af rond spijbelen en deden we interviews met zowel leerlingen als leerkrachten rond leerlingenkenmerken en spijbelen. Ik leerde hier ontzettend veel dingen bij die voor mij als toekomstig leerkracht onmisbare bagage zijn.
In ons uiteindelijke resultaat, een onderzoeksrapport, legden we onze kwalitatieve en kwantitatieve gegevens naast elkaar en vulden we hetgeen we reeds gevonden hadden in ons literatuuronderzoek, verder aan met de bevindingen van zowel de leerlingen als de leerkrachten. Ook formuleerden we enkele tips om spijbelgedrag te verminderen of te voorkomen.
Uiteraard bestond onze buitenlandse ervaring niet uitsluitend uit onze stage-opdracht. We wilden natuurlijk ook zoveel mogelijk van Suriname zien.
Onze weekends en ook de paasvakantie vulden we graag in met trips en uitstappen. We bezochten het mooie Brokopondomeer, sliepen op Stoneiland, gingen flamingo’s, rode ibissen en slangen spotten op Bigi Pan, gingen relaxen op Palulu, vierden uitbundig Holi Phagwa mee, grepen onze moed bij elkaar om een avontuurlijke tocht met de quad te doen en van een hoge zip-line te roetsjen, bezochten het maronnendorpje Santigron, gingen dolfijnen en kaaimannen spotten, zagen reusachtige schildpadden eieren leggen in Galibi, en beklommen Fredberg en genoten hier van een adembenemend, uitgestrekt uitzicht over het Amazonewoud. Allemaal de moeite waard, want wat een prachtige natuur en cultuur heeft Suriname te bieden!
Tot slot leerden we veel warme en gastvrije mensen kennen, aten we alles wat er te proeven viel en grepen we elke kans om van deze drie maanden de tijd van ons leven te maken. Zonder twijfelen zou ik deze kans opnieuw grijpen, en wat mij betreft, had dit veel langer mogen duren dan drie maanden…
