U bent hier

Stageland: 
Zuid-Afrika
Stagejaar: 
2018

Tijdens het tweede semester trok ik samen met een medestudente richting Zuid-Afrika, meer bepaald Bloemfontein, om er drie maanden Engelse les te geven. Ons project, in samenwerking met de VVOB, spitste zich toe op de overgang naar het vierde leerjaar. Tot en met het derde krijgen de leerlingen de lessen in hun moedertaal en worden de eerste stapjes in de Engelse taal gezet. Vanaf het vierde worden alle lessen in het Engels gegeven en dit loopt voor hen soms zeer moeizaam. Ze beheersen de taal nog niet voldoende en begrijpen hierdoor vaak de inhoud van de les niet. Ik zette in op de lessen Engels en dacht na over taalgericht vakonderwijs en een krachtige taalleeromgeving. We kunnen dit zeker terugkoppelen naar België waar we merken dat vele leerlingen niet het Nederlands als moedertaal hebben. Hier is het ook belangrijk om deze leerlingen te begeleiden en de taal geen barrière te laten vormen. 

De eerste weken waren druk gevuld met observatiedagen, maar toch ook al snel met het geven van m’n eerste lessen. Mijn school kampte echter met het probleem dat ze geen leerkracht hadden voor wiskunde, waardoor de klassen soms uren alleen zaten. M’n mentor, de andere klasleerkrachten en ik speelden hierop in om enkele uren over te nemen. Ik voelde me er meteen welkom en kon het goed vinden met het personeel. M’n mentor stond open voor nieuwe input, maar gaf mij ook veel wijsheden mee door z’n jaren ervaring. Het was meteen duidelijk dat de omvang van de drie stageklassen één van de grootste uitdagingen zou zijn. Naarmate de examens naderden, zat ik soms met m’n handen in het haar. Hoe kun je als leerkracht een groep van 57 kinderen ten volle begeleiden? Het is een vraag die mij de volledige stageperiode bezighield. M’n mentor vond het fantastisch om even het werk te kunnen verdelen en ziet zeker de voordelen van co-teaching in. Zo experimenteerden we tijdens de examens wat met verschillende samenwerkingsvormen en konden we zowel de zwakkere als ietwat sterkere leerlingen aan het werk zetten. 

Vanuit onze hogeschool kregen we naast het lesgeven ook de opdracht om twee projecten uit te werken (en natuurlijk uit te voeren) in onze stageschool. Hierbij keek ik naar de noden van de school, van de klasleerkrachten en natuurlijk ook van de leerlingen en ging ik hiermee aan de slag. Wat zijn hun bekommernissen? Waar willen ze graag in groeien? Waar zien ze mogelijkheden?
Ik merkte al gauw dat mijn mentor wat didactisch materiaal te kort had. Hij vroeg vaak aan een leerling een lat of schaar en gebruikt geen schooltas. In de klas zijn wel wat materialen aanwezig; zoals rode balpennen, wit krijt, bordenwissers, lijmstiften en schoolboeken. Dit is natuurlijk bedoeld voor de leerlingen, ook al voldoet het zelfs niet aan de grote omvang van de groepen. Ik vroeg me af hoe ik hem kon ondersteunen en stond even stil bij m’n vorige stages in België. Daar gebruik ik een kleine curverbox met (voor mij) al het nodige klasmateriaal. Je kunt het zo wat mijn teacher-toolbox noemen. Gedurende de eerste stageweken gebruikte ik verschillende materialen en vroeg ik ook aan m’n mentor wat hij zeker handig zou vinden. Zo ontstond de teacher-toolbox, the south african edition! Naast de standaardspulletjes zoals een lat, schaar, (kleur)potloden, gum, perforator, stickers, woordkaarten, kleurkrijten enzoverder… zitten er ook 7 language games in. Hiermee probeerde ik wat in te spelen op het verstikkende curriculum en de gedeelde inzichten met de bezoekende docenten en lokale subject advisors. De leerkrachten voelen zich gevangen in de opgelegde regels en geven vooral frontaal les. Met deze games wil ik aantonen dat het ook op een andere, leuke en educatieve manier kan. Het is altijd fijn voor de leerlingen om te werken met appetizers. Het stimuleert hen, zet hen even in beweging en je blijft werken aan het curriculum. Drie dikke vliegen in één klap!

Mijn tweede project ging hierop verder en liep wat samen met m’n eerste. Ik zag meteen dat m’n stageklassen zeer leeg waren. Lege muren, geen prenten en enkel een groot krijtbord. Ik ging in interactie met de verschillende klasleerkrachten en zocht diverse didactische posters uit. Op deze manier zet ik in op de leerrijke klasleeromgeving en het positieve klasklimaat. 

Zoals je kunt lezen heb ik er drie zeer leerrijke en fantastische maanden op zitten. Ik blik terug op een positieve ervaring en hoop toekomstige en geïnteresseerde studenten te motiveren om deze kans te grijpen.